Blog

Vijf tips die je helpen controle te houden over een 2e spoortraject

ontevreden_medewerker

31 maart 2021

Een zieke medewerker kan niet terug naar de eigen werkplek en in je organisatie is geen alternatief beschikbaar. Dan schrijft de Wet Verbetering Poortwachter voor dat je binnen een jaar na ziekmelding een 2e spoortraject inzet. Klinkt overzichtelijk, maar de praktijk is vaak weerbarstiger. Wat moet je bijvoorbeeld wanneer de bedrijfsarts als enige volhoudt dat er mogelijkheden zijn, of juist niet?

Vijf tips om valkuilen en gedoe met het UWV rondom het 2e spoor te voorkomen.

Wees niet bang om je gezonde twijfel bij de bedrijfsarts neer te leggen. Ja, de bedrijfsarts is de autoriteit in het in kaart brengen van beperkingen.

1. Voed en voer de bedrijfsarts met goede informatie vanaf de start

Wees niet bang om je gezonde twijfel bij de bedrijfsarts neer te leggen. Ja, de bedrijfsarts is de autoriteit in het in kaart brengen van beperkingen. Maar jíj overziet of die beperkingen beperkend zijn voor de taken van de medewerker. Een postbezorger die door een gescheurde meniscus niet kan lopen, is beperkt in het eigen werk, maar vaak is veel minder evident wélke beperkingen relevant zijn. Daarom is het van groot belang dat jíj inzichtelijk maakt voor de bedrijfsarts wat de belastende aspecten zijn in het werk. Daarmee help je de bedrijfsarts de probleemanalyse en prognose op de juiste aannames te baseren.

2. In het verlengde hiervan: stuur op heldere stellingname

Regelmatig ontstaat er discussie met het UWV rondom verzuimdossiers doordat een duidelijke stellingname ontbreekt. Het uiteindelijke oordeel van de bedrijfsarts blijft hangen in een opsomming van voors en tegens. Ook hierop heb je als werkgever invloed. Dat begint met de bedrijfsarts goed informeren, maar het is zaak dat je ook verderop in het proces kritisch meekijkt en doorvraagt: welke functionaliteiten zijn precies beperkt? Waar verwacht je verbetering op en waar bestaat die dan uit? Mocht bij de start toch onduidelijkheid zijn ontstaan, dan voorkom je op deze manier dat de ruis op de lijn blijft doorwerken. En ertoe leidt dat bijvoorbeeld je WIA-verzoek wordt afgewezen.

3. Ga ook tijdig en open de dialoog aan met je medewerker

In re-integratietrajecten wordt vaak lang vastgehouden aan terugkeren in het eigen werk, terwijl de leidinggevende eigenlijk al weet: dat gaat niet meer. Als je bijvoorbeeld in een zorgteam van 25 verpleegkundigen er al 10 hebt die vanwege beperkingen alleen dagdiensten draaien, hoeveel kun je er dan nog bij hebben? Het gaat bij 2e spoor niet om theoretische mogelijkheden, maar om praktische. Daarin speelt het absorptievermogen in een team of organisatie ook een rol. Zorg daarom dat je helder hebt voor jezelf of je iemand nog kan handhaven zonder dat anderen omvallen. En ga een eerlijk en open gesprek hierover niet uit de weg. Zo creëer je al eerder een opening om – eventueel naast het 1e spoor – alvast te starten met het 2e spoor. Met betere kansen voor de medewerker.

4. Ook als je een re-integratiebureau inschakelt: houd de regie

Als je de begeleiding van een medewerker overdraagt aan een re-integratiebureau, blijf je als werkgever verantwoordelijk. Ook dan is het dus van belang dat je kritisch blijft en steeds blijft vragen: waarom doe je wat je doet? Met welk doel? Als een postbezorger die niet meer ver kan lopen, maar met wat computervaardigheden wel zittend kantoorwerk kan doen, is een training in die richting een doelmatige stap. Ook een werkervaringsplaats kan doelmatig zijn, bijvoorbeeld om te zorgen dat iemand weer structuur en ritme opbouwt. Maar het moet geen bezigheidstherapie worden – dat levert de medewerker uiteindelijk niets op en het is niet goed voor je verzuimdossier.

5. Zorg voor een goed onderbouwd verzuimdossier

Het UWV houdt niet van cryptogrammen. Verslaglegging is een uiterst belangrijk maar soms ondergeschoven kind in de re-integratie. Zorg dat ook voor wie niet thuis is in je organisatie klip en klaar is waarom je de stappen zet die je zet. De officiële instructie voor het dossier is dat het logische, elkaar opvolgende en flankerende stappen moeten zijn. Toch is het voor het UWV maar al te vaak gissen waarom iemand in het re-integratietraject bijvoorbeeld eerst richting baliewerk, dan administratief ondersteunend, dan weer productiewerk gaat. Vanuit jouw perspectief misschien logisch, maar ga er niet automatisch van uit dat dit ook geldt voor de verzekeringsarts die het dossier op het bureau krijgt. Maak dus werk van het papierwerk en zorg je dat je zorgvuldige traject ook als zodanig wordt beoordeeld.

Vrijblijvend advies

Wil je meer informatie of wil je sparren met een expert over een specifieke casus? Neem dan gerust contact op met Amplooi voor vrijblijvend advies.

Ontvang onze nieuwsbrief

Vragen? Paula is er voor je.

Meer weten over wat we voor je kunnen betekenen? Aarzel niet om te bellen of een bericht te sturen.

Amplooi-Paula-350px